Opinie

Elke week stellen wij drie vragen aan vertegenwoordigers vanuit de participanten, vertegenwoordigers vanuit de politiek en vertegenwoordigers uit de rest van het stakeholderveld. Zij geven hun visie op de toekomst, op de energietransitie en op de mogelijkheden en onmogelijkheden van waterstof. Informerend en inspirerend!


Afkenel Schipstra

Senior VP Business Development Hydrogen Nederland

1. Wat is er nodig voor om de ontwikkeling naar een waterstofeconomie vorm te geven?

De sleutel tot de ontwikkeling van een waardeketen voor groene waterstof zijn afnemers die groene waterstof willen kopen. Er zijn daarnaast 5 belangrijke voorwaarden waaraan moet worden voldaan om de waardeketen werkelijkheid te laten worden.

1. Ondersteuning van de nationale overheid en EU in de vorm van afdoende subsidie om de onrendabele top af te dekken. Hoe sneller we kunnen opschalen hoe kleiner de onrendabele top gaat worden. Het omvat ook het hebben van gedeelde visie, en nationale / internationale waterstofstrategieën.

2. Technologieontwikkelingen: R&D op het gebied van elektrolysers; kosten, efficiëntie, levensduur, bruikbaarheid. Ook hier geldt dat opschaling gaat helpen in de daling van de kosten van elektrolysers.

3. De behoefte aan tijdige en een uitgebreide waterstofinfrastructuur, inclusief transport- en opslaginfrastructuur en waterstoftankstations.

4. Stimulerende Wet- en regelgeving die de staat van de waterstofmarkt erkent en ondersteunt en mogelijke barrières wegneemt. Om een voorbeeld te noemen: de renewable energy directive (REDII). In deze wetgeving worden eisen gesteld aan de elektriciteit die gebruikt wordt voor elektrolyse. De wijze waarop deze eisen mogelijk ingevuld gaan worden gaat naar verwachting niet helpen om waterstof op de korte termijn snel los te krijgen. Meer oog voor de ontwikkelfase waarin de waterstofmarkt zich bevindt zou meer op zijn plaats zijn. Een ander voorbeeld van stimulerende regelgeving is de prikkel in de afzetmarkt. Er moet een prikkel zijn bij marktpartijen om groene waterstof te gaan gebruiken. In de transportsector kan dit via de HBE-systematiek (wordt thans ingeregeld). Dit kan de inzet van waterstof in de mobiliteitssector aantrekkelijk maken: het compenseert voor het feit dat de huidige prijs van groene waterstof nog hoog is in vergelijking met andere hernieuwbare brandstoffen.

5. En hoewel het aandeel hernieuwbare elektriciteit toeneemt, moet er nog een grote stap voorwaarts gemaakt worden om de elektrolyse ambities waar te kunnen maken. De bouw van nieuwe windparken op zee is door ’afwachtende’ vraag niet langer een automatisch gegeven. Er moet daarom een mechanisme komen dat er voor zorgt dat de hoeveelheid hernieuwbare bronnen, met name wind op zee gelijktijdig optrekt met de bouw van elektrolysers.

2. Wat is er al , waar ontbreekt het nog aan en is er iets over het tempo te zeggen?

De Nederlandse minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in maart 2020 een prachtig visiedocument gepresenteerd waarin het een grote rol ziet voor groene en blauwe waterstof. Het ministerie moet daar nu ondersteunend beleid aan koppelen zodat het voor bedrijven net zo aantrekkelijk wordt om in Nederland te investeren als in Duitsland of Frankrijk.’

Wat betreft het tempo, de politieke ambities zijn hoog, nagenoeg elke politieke partij heeft waterstof opgenomen in de verkiezingsprogramma’s, maar het ontbreekt nog aan ondersteunende financiële middelen en regelgeving. De subsidie-instrumenten richten zich vooral op pilots, innovaties etc. en niet op grootschalige uitrol. Dat is wel nodig als Nederland 500MW elektrolyse capaciteit in 2025 en 3 tot 4GW in 2030 wil realiseren. Om de ambities te realiseren kun je niet wachten tot 2029, daarvoor is nu actie nodig.

Ik kijk wat dit betreft op verschillende manieren tegen de energietransitie aan. Klimaat en milieu zijn niet mijn enige drijfveren om me in te zetten voor ENGIE HyNetherlands-project. Het wezen van de energietransitie vind ik de systeemverandering die het teweegbrengt. De stap naar een fossielvrije wereld is fundamenteel, het heeft grote maatschappelijke, economische en landschappelijke consequenties. Juist daarom vind ik dat we ideeën, kennis en ontwikkelingen met elkaar moeten delen, in panels, gesprekken, op sociale media als Linkedin. En met iedereen. De stap naar systeemverandering gaat over voortdurende innovatie en de kansen die er uit voortkomen en dat bestaat bij de gratie van diversiteit. We hebben iedereen nodig in deze omvangrijke transitie en ontwikkeling, vrouwen en mannen, jong en oud, gevestigde orde en scholieren.

Ik wil mezelf graag inzetten voor demystificatie van de energietransitie. Mensen die met de energietransitie te maken krijgen doordat ze grote zonneparken of een windturbine voor hun deur krijgen, zien alleen de nadelen ervan. We zullen als branche en overheden meer het eerlijke verhaal moeten vertellen van het gehele energiesysteem.

Afkenel Schipstra

Hoe het nu werkt en hoe we het straks zouden willen zien en dat we meerdere technieken nodig zullen hebben. Als we mensen nu al niet meekrijgen en blijven hangen in de discussies rondom de ene techniek wel of niet, kunnen we nog een zware dobber verwachten in de toekomst. Mensen moeten wel het gevoel krijgen dat ze daar zelf aan meewerken.

3. Welke rollen/activiteiten ziet Engie voor zichzelf in de opbouw van de waterstofwaardeketen en op welke manier werken jullie hieraan in Nederland en internationaal?

Voor ENGIE is de ontwikkeling en snelle opschaling van de waterstofketen een essentieel onderdeel van de energietransitie. Wij zetten ons, met partners, dus in op de gehele keten van duurzame elektriciteitsopwekking, waterstofproductie, transport en opslag naar het stimuleren van het gebruik van groene waterstof in de industrie ter vervanging van grijze waterstof en aardgas. ENGIE is daarom in Nederland ook actief betrokken bij verschillende projecten. Ons eigen grootschalige project Hy-Netherlands in de Eemshaven springt natuurlijk in het oog.

De geografische positie van de Groningse Eemshaven is zeer gunstig. De verbindingen van de Cobrakabel naar Denemarken en de NorNed-kabel naar Noorwegen komen vlak bij de Engie centrale aan land. Daar komt het recente nieuws bij dat de stroom van het nieuwe windpark dat naast het huidige Gemini windpark ligt ook in de Eemshaven zal aanlanden. Aan de productiekant zit het dus goed en met chemiepark Delfzijl vijftien kilometer verderop, zal ook de afname van groen waterstof geen probleem zijn. Overigens moet Gasunie dan nog wel een leiding aanleggen, maar zowel Gasunie als Groningen Seaports zijn zeer welwillend in het ondersteunen van dit soort duurzame investeringen. Ook een groot pluspunt is de aanwezigheid van opslagcapaciteit in de zoutcavernes in Zuidwending. Overigens bieden de gasleidingen zelf ook nog een behoorlijke buffer. De zogenaamde linepack flexibiliteit vangt al een groot deel van de onbalans tussen productie en gebruik op.’

Daarnaast spelen we een rol in de testen met de waterstoftrein en het ontwikkelen van meerdere kleinschalige waterstofketens in o.a. Den Helder. Ook zijn we actief betrokken bij innovatieve technologische ontwikkelingen rondom waterstof zoals bijvoorbeeld bij Neste in de haven van Rotterdam.

ENGIE zit in de kerngroep van de Waterstofcoalitie en daarin werken we met veel verschillende maatschappelijke, publieke en private partijen samen om te komen tot een versnelling van de uitrol van waterstof. Dat gaat verder dan alleen de ketenpartijen. Juist de publieke en maatschappelijke partijen zoals gemeentes, provincies en NGO’s zijn essentiële voor de maatschappelijke borging van een nieuw systeem. Het is niet een kwestie van of/of en wij/zij, maar juist een zaak van samen meters maken.