Opinie


Coby van der Linde

Director International Energy Programme - Instituut Clingendael 

1. Waarom speelt waterstof een belangrijke rol in de energietransitie?

We staan voor een grote uitdaging, een wereldwijde energietransitie om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Er liggen hiervoor ambitieuze doelen en waterstof speelt een heel belangrijke rol bij het realiseren hiervan. Op dit moment bestaat onze energiemix voor ongeveer 20% uit elektriciteit en 80%  uit gas of vloeibare fossiele brandstof. Het aandeel elektriciteit geproduceerd door wind en zon neemt nu al toe maar voor een aantal toepassingen zoals zwaar transport, de luchtvaart en hoge temperatuur processen in de industrie, is dit nog geen goede oplossing. Voor deze industrieën is waterstof een uitstekende oplossing voor een schoner energiesysteem. Waterstof reduceert de CO2 uitstoot, is eenvoudig op te slaan en goedkoper te transporteren dan elektriciteit, het kan uit verschillende materialen gewonnen worden en we kunnen het lokaal produceren.

Er worden al stappen gezet, al ligt de nadruk in de discussie vooral op groene waterstof. Dat is op zich niet slecht, maar we moeten ons allemaal realiseren dat groene waterstof voor de industrie op korte termijn niet realistisch is. Omdat er op dit moment niet voldoende groene waterstof is en omdat het is nu nog heel duur is om het te produceren, ontkomen we niet aan een systeem naast groen als de emissiereductiedoelen voor 2030 gehaald moeten worden. Blauw is daarvoor een goede oplossing, blauw kan alvast beginnen, we hoeven niet te wachten met het inrichten van een waterstofeconomie.

CO2 reductie is het doel. Sommige opiniemakers vinden dat we de industrie ook als geheel kunnen reduceren. Dat is geen goed idee. Onze oliebedrijven moeten hier blijven en hier decarboniseren. Niet zoals in het verleden dit soort bedrijven verplaatsen naar bijvoorbeeld Azië. Toen was het idee, dan maar geen raffinaderij en industrie in Nederland. Dat kan echt niet want we hebben het nodig, het exporteren van CO2 is nadrukkelijk niet de bedoeling.

2.  Hoe kijk je aan tegen de ontwikkeling van een waterstofeconomie? Hoe past H-vision daarin?

Het ontwikkelen van een waterstofeconomie is essentieel om de klimaatdoelen te realiseren. Dat lukt niet zomaar. We moeten hiervoor hele nieuwe waardeketens ontwikkelen, en de ontwikkeling van de nieuwe systemen is zeer kostbaar, mede omdat de CO2 emissierechten nog te goedkoop zijn. Het eindplaatje voor 2050 is duidelijk vastgesteld. Ik verbaas mij er soms wel over dat steeds star richting dit einddoel wordt verwezen. We moeten wat mij betreft veel meer het gesprek aangaan over de weg daarnaartoe, we moeten denken in perioden. We hebben nu iets anders nodig en we hebben ook andere mogelijkheden dan in bijvoorbeeld 2032. We moeten veel meer de industriële dynamiek meenemen in ons denken over de transitie en in de stappen die nodig zijn naar een netto-nul samenleving.

Omdat er nog niet voldoende zekerheid is over de snelheid van de introductie van de innovaties en de gerealiseerde volumes kunnen de ontwikkelingen in de waterstofeconomie vertraging oplopen als we niet alle opties meenemen. Om dit op te lossen kunnen we leren van het verleden. Andere grote projecten zijn ook niet exact uitgepakt zoals dat 10 jaar tevoren was bedacht. Denk bijvoorbeeld eens 20-30 jaar terug. Toen hadden we toch ook niet kunnen voorzien hoe de wereld er nu uit zou zien. Welke innovaties versnelling gebracht hebben, we hadden toen geen idee. Daarom moeten we nu, voor een bepaalde periode hobbels wegnemen. Bedrijven helpen de stap naar vernieuwing en verbetering te zetten. Investeren en steunen. Dit is vooral ook belangrijk voor partijen die volgen, zij hebben behoefte aan perspectief. We moeten stap voor stap bouwen aan de nieuwe waardeketen. Het project H-vision is een goede start van de waterstofeconomie.

De oplossing van H-vision maakt een begin met circulariteit en helpt straks bij de grootschalige introductie van groene waterstof. Met de grootschalige productie van CO2-arme waterstof gemaakt uit voornamelijk raffinaderijgas, biedt het H-vision samenwerkingsverband de industrie de mogelijkheid op korte termijn grote hoeveelheden CO2-uitstoot te reduceren. Er is helaas niet alom overeenstemming over deze industriële aanpak, sommige mensen zien het als een ‘sta in de weg’ van groen.

Coby van der Linde

Ik zie dat anders. Het is de energiemix die ons de komende jaren moet helpen de doelen te realiseren. Vanzelfsprekend met groen, maar het duurt nog wel even voordat we voldoende offshore windenergie hebben om dit op een hoog niveau te kunnen inzetten. Hoewel inmiddels het draagvlak voor windparken op zee enorm is gestegen. We bouwen nu parken van 1GigaWatt, dat vonden we een aantal jaren geleden onvoorstelbaar groot en nu eigenlijk te klein. De weg naar de oplossingsrichting wordt daarmee steeds duidelijker. We werken naar een optimale situatie maar daarvoor moeten we een aantal tussenstappen maken.

De uitdaging is ook dat we het bestaande moeten ombouwen, we kunnen niet helemaal vanuit niets iets nieuws bouwen. Dat maakt de discussie soms ingewikkeld. Over 10 jaar is het wind aanbod sterk toegenomen, dan verandert de hele mix weer. We moeten nu accepteren dat we daar nog niet zijn. We hebben nu wel een route voor ogen en H-vision kan het vliegwiel zijn. Door het circulair maken van industriële processen en met klimaatneutrale oplossingen. Het is een complexe cyclus die op gang gebracht moet worden, een enorme uitdaging.

 3.  Liggen we op koers of zijn er nog belemmeringen?

We liggen op koers maar we moeten wel doorpakken. Er is financiële ondersteuning nodig en dat mag je ook van Europa verwachten. De Greendeal is een belangrijk onderdeel op de agenda, we moeten stappen durven zetten. We hebben nu wel meer-jaren vertrouwen nodig. Ik maak me wat dit betreft enige zorgen over de komende verkiezingen. Er liggen nu goede plannen en we moeten niet in een situatie komen dat we opnieuw moeten onderhanden over de beste aanpak.Ik mis in dit verband ook wel het creatieve denken. We moeten niet alleen richting het einddoel denken, maar vooral ook over de weg daar naartoe. Dat is met name de intellectuele uitdaging. Als je de vraag stelt hoe de weg naar het einddoel eruit kan zien komt er een heel ander gesprek op gang. Dus veel meer de dialoog aangaan over welke stappen genomen kunnen worden, in plaats van ideeën direct afserveren omdat het niet binnen het einddoel past. We mogen hopen dat er in de komende dertig jaar nieuwe innovaties bijkomen niet we nu nog niet in het vizier hebben, zoals dat in het verleden ook is gegaan.

Het spreken over de stappen naar een klimaatneutraal systeem is belangrijk, ook omdat deze complexe innovaties te vertalen naar een taal die iedereen begrijpt. Niet alleen ideologisch maar ook praktisch. We zijn onderweg naar een radicaal ander energie- en grondstoffen systeem. We liggen op koers maar nu moeten we door. Er moet meer vertrouwen ontstaan. Die waterstof economie komt er gewoon!